Sporten als je zwanger bent

Sporten loont, ook tijdens je zwangerschap! Als je sport, ga je minder last hebben van de typische zwangerschapsklachten zoals misselijkheid, vermoeidheid, beenkrampen en rugpijn. Actieve vrouwen zullen bovendien sneller herstellen na de zwangerschap. Pasgeborenen van een lichamelijk fitte en actieve moeder scoren ook beter op de eerste testen na de bevalling. Het is dus aan te raden voor, tijdens én na de zwangerschap fysiek actief te blijven.

Kan ik alle sporten doen?

Sportte je reeds regelmatig voor je zwangerschap? Dan mag je tijdens het eerste trimester je trainingsschema blijven volgen.
Kies wel voor een recreatieve sport, en vermijd competitiesporten. Ook sporten met een hoog risico, zoals diepzeeduiken, vechtsport, skiën, paardrijden en valschermspringen zijn uit den boze.

Blijf luisteren naar je lichaam, ook al ben je getraind en beschik je over een goede conditie. Draag steeds comfortabele kledij, sport nooit met een lege maag en drink voldoende. Pas steeds je training aan bij warm weer, vermijd oefeningen in ruglig, in het bijzonder tijdens de laatste 3 maanden. Vermijd ook oefeningen met herhaalde sprongen en schokkende bewegingen.

Wandelen, zwemmen en fietsen zijn uitstekende alternatieven.

Wanneer mag ik zeker niét sporten?

Je mag niét sporten als je een van de volgende alarmtekenen vertoont: erge rugpijn, blijvende kortademigheid, duizeligheid of spierzwakte, hoofdpijn en braken, vroegtijdige pijnlijke weeën, vaginaal bloed- of waterverlies en pijn ter hoogte van de schaamstreek. Ook als je baby niet beweegt, is het strikt verboden om te sporten.